Wat je leert tijdens de autorijlessen
- Kennismaken met voertuig, zit-/stuurhouding, in-/uitstappen, starten.
- Stuuroefeningen en stuurtechniek.
- Ontkoppelen, inschakelen, wegrijden, remmen, tot stilstand brengen.
- Opschakelen.
- Terugschakelen.
- Stoppen op een helling en weer wegrijden (met gebruik van de handrem)
- Recht achteruitrijden.
- Politie draai. (twee maal steken op brede weg)
- Vooruit parkeren in een parkeervak en het parkeervak verlaten.
- Achteruit parkeren in een parkeervak en het parkeervak verlaten.
- Keren op een niet te brede rijbaan (drie keer steken)
- Achteruit in file parkeren en weer wegrijden (zowel links als rechts)
- Naderen, oprijden, oversteken en verlaten van kruispunten van wegen van gelijke orde.
- Naderen, oprijden, oversteken en verlaten van diverse voorrangskruispunten.
- Afslaan naar rechts op een kruispunt.
- Afslaan naar links op een kruispunt.
- Naderen, oprijden, berijden en verlaten van rotondes (kwart/half/driekwart/geheel)
- Gebruik autowegen en autosnelwegen.